Spuitzone en relativiteitsbeginsel – Het relativiteitsbeginsel uit de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8:69a, is een belangrijke drempel tegen eindeloos plannen dwarsbomen. Dat is in de praktijk hard nodig omdat er ook vaak misbruik wordt gemaakt door appellanten en ze alles aangrijpen om plannen tegen te houden. Het instellen van beroep is een belangrijk recht maar is niet bedoeld voor misbruik. Het relativiteitsbeginsel houdt kortweg in dat je alleen beroep kan instellen omwille van eigen belangen.

In een uitspraak van de Raad van State van 26 maart 2025, no. 202305496/1/R1 komt het beginsel aan de orde in combinatie met spuitzones. In een bestemmingsplan wordt een bedrijfsgebouw mogelijk gemaakt voor de verkoop van fruit en andere agrarische producten. Volgens appellant ligt het bedrijfsgebouw met de parkeerplaatsen te dicht bij een bestaande spuitzone. Toekomstige bewoners zullen volgens appellant worden blootgesteld aan drift van gewasbeschermingsmiddelen.

De Raad van State maakt korte metten met dit deel van het beroep van appellant. In r.o. 10.1 overweegt de Afdeling: “Appellant beroept zich met zijn betoog op normen die strekken tot bescherming van de belangen van de bezoekers van de fruitwinkel. Deze normen strekken kennelijk niet tot bescherming van zijn eigen belangen, maar de belangen van anderen. Gelet hierop is de Afdeling van oordeel dat het in artikel 8:69a van de Awb opgenomen relativiteitsbeginsel in de weg staat aan vernietiging van het besluit tot vaststelling van het plan naar aanleiding van de hiervoor genoemde beroepsgrond. De Afdeling ziet daarom af van een inhoudelijke bespreking van die beroepsgrond.”

spuitzone en relativiteitsbeginsel